Roos is geen alledaagse vrouw. Als machinist aan boord van het containerschip de Roerkoning bevaart ze de wereldzeeën, voor niets of niemand bang. Maar ook in die ruwe mannenwereld vol smeerolie, nicotine en wodka leeft het verlangen naar lust en liefde. Tijdens de reis van Marseille naar Odessa probeert eerste stuurman Sergej het hart van Roos, zijn ‘Kamelin’, voor zich te winnen. Maar Roos is niet op zoek naar meer dan een drinkmaatje. Bovendien wacht in Odessa het weerzien met fitter Boris, een nooit vergeten liefde. Wanneer Roos tijdens een korte vakantie Odessa verruilt voor een kuuroord op schiereiland Krim loopt de situatie uit de hand. Het avontuur bereikt uiteindelijk een nachtelijke climax voor de rotsen van Gibraltar.
Hoofdpersoon van deze roman is Roos. Zij is tweede machinist op een containerschip, een Nederlandse jonge vrouw met een voorliefde voor zwaarlijvige dranklustige Russen die veel voorkomen in de internationale scheepstransportwereld. Roos voelt zich thuis in de vettige dieselwalm van oververhitte motorruimtes, en blijft nuchter onder stormen, vies eten en het trieste lot van verstekelingen. Door een ongeluk aan boord raakt ze ernstig gewond aan haar rug en moet daarvoor kuren en gemasseerd worden. Dit boek is met vaart geschreven en een zelfstandig te lezen vervolg op haar debuutroman: Rus.