BORIS
17 september 2005- 01 april 2013
Woensdagavond liep je nog naast me te springen. Donderdagochtend stortte je in elkaar. Vier dagen heb je keihard gevochten. Je wilde bij mij blijven. Je wilde niet dood. Ach lieve, sterke jongen, je had zó veel pijn. Even dacht ik dat je het zou redden, maar je ging er stilletjes toch tussenuit.
Boris, je bent een wereldhond. We zijn per schip, per trein, per auto, per fiets, per step, per ski en hollend wel in twaalf landen geweest. En je kende Nederland op je duimpje.
Je was een speciaal dier.
Je speelde tikkertje met de koeien en was soms bang voor katten. Je had een bloedhekel aan schoothondjes maar voor de teefjes sloofde je je uit. Borka-babnik, de vrouwenversierder.
Je verstond beter Russisch dan menigeen. Als ik je kwijt was riep ik: ‘kalbasáá!’ (worst), en dan kwam je aangesjeesd. Je hebt wel eens wat konijnen, kippen en ganzen te grazen genomen en de schapen opgejaagd. Je hield niet van regen, maar als het sneeuwde rolde je er als een dolle hond in rond. Je ging wel het water in, maar je piemeltje mocht niet nat worden! En als ik een koekje in de rivier gooide, viste je die met je poot er uit. We hebben voor het laatst samen gezwommen in de zomer van 2011, in een Fins meer, toen het 30 graden was. Je zat vaak naast me in de auto, met je snuit uit het raam. En als je een bocht aan voelde komen, ging je alvast scheef hangen naar de tegengestelde kant.
Je was een slim beest. Je kon klokkijken, want elke dag om half 5 kwam je me waarschuwen dat het etenstijd was. Elke dag opnieuw was je uitgelaten als je je lekkere brokjes kreeg. Je lustte overigens naast vlees ook kaas, melk, fruit en groenten. Soms aten we samen pannenkoeken. Je hebt in huis nooit iets kapot gemaakt. Je kon door een porseleinmuseum wandelen zonder iets om te stoten. Je pakte met je gevaarlijke wolvenmuil heel zachtjes koekjes uit mijn handen. Je was lief voor alle mensen en kinderen. Je was bij de geboorte van Skadi en je hebt de placenta opgegeten.
Je hebt een mooi grafje gekregen op de plek die zeven en een half jaar je thuis was.
Je was Zimoj’s mentor.
Je was Skadi’s beschermer.
Je bent mijn allerbeste vriend.
We waren altijd samen. Nu ben ik weer alleen. En toch ben je nog bij me. Je bent voor altijd in mijn hart.